Zurück zu Patientenaufnahme
  • Lernhilfe
  • |
  • Via medici
  • |
  • 12.07.2007

Sprachtabelle Deutsch - Niederländisch



DEUTSCH

NIEDERLÄNDISCH

Persönliche Daten

Name

naam

Geburtsdatum

geboortedatum

Adresse

adres

Krankenkasse

verzekering, ziekenfonds

Beruf

beroep

Bewegungsapparat

Arm

1 arm, 2 armen

Bein

1 been, 2 benen

Bewegungsstörung

bewegingsstoornis

Finger

1 vinger, 2 vingers

Zehen

1 teen, 2 tenen

Gelenk

1 gewricht, 2 gewrichten

Hand

1 hand, 2 handen

Rheuma

reuma

Rücken

rug #1

Rückenschmerzen

rugpijn

Wirbelsäule

wervelkolom

Husten, bitte

Cough, please

Kopf/Nervensystem

Kopf

hoofd #2

Kopfschmerzen

hoofdpijn

Nervös

zenuwachtig, nerveus

Hirninfarkt/-blutung

beroerte

kribbeln (in den Händen)

tintelingen (in de handen)

taub

doof #3a

blind

blind

stumm

stom #3b

schlucken

slikken

Lähmung

verlamming

Bewusstlos

bewusteloos

Sonstiges

Allergie

allergie

Anfall, epileptischer

(epileptisch) insult

Ansteckend

besmettelijk

Apotheke

apotheek

Blut

bloed

Diagnose

diagnose

Eiter

pus

Haut

huid

Entzündung

ontsteking

(nicht-)erblich

(niet-)erfelijk

autoimmun

auto-immuun

geschwollen

gezwollen

Infektion

infectie

Krankheit

ziekte

Krebs

kanker

Medikament

medicijn

Notfallstation

spoedeisende hulp

Intensivstation

intensive care

Röntgenbild

roentgenfoto

Spritze

spuit

Tablette

tablet, medicijn, pil #4

Ultraschalluntersuchung

echo

Untersuchung

lichamelijk onderzoek, aanvullend onderzoek #5

Vergiftung

vergiftiging

Verletzung

verwonding

Wunde

wond

Wunde nähen/verbinden

wond hechten/verbinden

Gips

gips

Redewendungen

Ja/Nein

ja/nee

Bitte/Danke

Alstublieft, alsjeblieft/dank u, dank je #

Haben Sie ...?

Heeft u/ heb jij ...? #6

Zeigen Sie mir bitte ...

Kunt u/ Kun jij me alstublieft/alsjeblieft ... laten zien?

Wo tut es weh?

Waar doet het pijn? Waar doet het zeer?

Wie lange fühlen Sie sich schon so?

Hoe lang voelt u zich al zo?

Bitte machen Sie sich frei

Zou u zich uit willen kleden? U/ Jij mag u/je ondergoed aanhouden. #7

Bitte tief einatmen. Atem anhalten

Diep inademen. De adem ihouden.

Öffnen Sie den Mund

Zou u/Zou je u/je mond willen openen?

Zeigen Sie die Zunge

Steekt u/steek je tong eens uit

Husten, bitte

Even hoesten graag

Sie müssen geröntgt werden

Er moet een (roentgen)foto van worden gemaakt

Ich brauche eine Blut-/Urinprobe

U/je urine/bloed moet worden onderzocht.

Sie müssen operiert werden

U moet/jij moet geopereerd worden

Es ist nichts Ernstes

Het is niets ernstigs

Können Sie sich nach rechts/links/auf den Bauch/auf den Ruecken drehen?

Kunt u zich/Kun jij jenaar rechts/links/op de buik/op de rug draaien?

Haben Sie .....(Schwindel)

Heeft u last van... (duizeligheid)

Allgemeine Beschwerden

Schmerzen

pijn

Kolik

koliek

Fieber

koorts, temperatuur

Appetitlosigkeit

Gebrek aan eetlust

Zugenommen/abgenommen

aangekomen/afgevallen

Übel(keit)

Misselijk(heid)

Schlaflosigkeit

slapeloosheid

Schwindel

duizeligheid

Atemwege

Brust

borst

Bronchien

bronchieen

Husten

hoest

Bronchitis

bronchitis

Asthma

astma

Atembeschwerden

Moeilijkheden bij de ademhaling

Lungen

longen

Lungenentzündung

longontsteking

Rauchen

roken

Herz/Kreislauf

Herz

hart

Herzanfall/-infarkt

hartinfarkt

Herzbeschwerden

problemen met het hart

Hoher Blutdruck

hoge bloeddruk

Verdauungsorgane

Zunge

tong

Speiseröhre

slokdarm

Sodbrennen

zuurbranden

Erbrechen

overgeven, braken

Bauch

buik

Blähungen

winden

Magen

maag

Magenschmerzen

maagpijn

Geschwür

(maag)zweer

Gallenblase

galblaas

Bauchspeicheldrüse

alvleesklier

Leber

lever

Gelbsucht

geelzucht

Darm

darm

Blinddarmentzündung

blindedarmontsteking

Stuhlgang

ontlasting

Verstopfung

verstopping,obstipatie

Durchfall

diarree

Niere/Harnwege/Geschlechtsorgane

Niere

nier

Nierenentzündung

nierontsteking

Nierenstein

niersteen

Blase

blaas

Urin

urine

Inkontinenz

incontinentie

Menstruation

ongesteld, menstruatie #8

Schwangerschaft

zwangerschap

Geschlechtsorgane

geslachtsorganen

Geschlechtskrankheit

SOA (seksueel overdraagbare aandoening) #9

Geschlechtsverkehr

geslachtsgemeenschap

Ergänzung:
#1: Falsche Freunde: Die Deutsche wörtliche Übersetzung von "ich habe Kreuzschmerzen" ("ik heb pijn in mijn kruis") lautet "ich habe Schmerzen in der Unterleibsregion". In den Niederlanden sollten Kreuzschmerzen besser so bezeichnet werden: "pijn in mijn onderrug". Oder, wenn der Schmerz höher sitzt: "pijn in mijn rug" (Rückenschmerzen)
#2: Der "Kopf" kennt im niederländischen zwei Übersetzungen: "kop" und "hoofd". Ersteres wird für alle Tiere (mit Ausnahme des Pferdes) und für Menschen als Schimpfwort benutzt, zweiteres bezeichnet den Kopf von Menschen und Pferden. Für sehr ernste, durchdringende Kopfschmerzen wird allerdings auch, vor allem in der juengeren Generation, "koppijn" verwendet.
#3a und 3b: Das deutsche Wort "doof" heißt übersetzt nicht "blöd/dumm", sondern "taub". Das niederländische "stom" kennt allerdings zwei Interpretationen: zum einen "stumm", zum anderen "blöd, dumm"
#4: Ähnlich wie in Deutschland: een pil (eine Pille), de pil (die Verhuetungspille), am besten man benutzt "medicijn" oder "tablet"
#5: lichamelijk onderzoek = körperliche Untersuchung, aanvullend onderzoek = zusätzliche untersuchungen. "ik ga u nu onderzoeken" (ich werde Sie jetzt untersuchen)
#6: Die erste Variante bezeichnet die Sie-Form, die zweite die Du-Form (im niederländischen benutzt man schneller die Du-Form als im Deutschen, aber auch hier gilt: im Zweifelsfall lieber siezen)
#7: U kunt u ondergoed aanhouden = Sie können Ihre Unterwäsche anbehalten
#8: Menstruation heißt auf niederländisch "menstruatie". Meistens wird jedoch die folgende Konstruktion gewählt: Wanneer was u/was je voor het laatst ongesteld? (Wann haben Sie/ hattest Du Ihre/ Deine letzte Menstruation?) Die wörtliche Übersetzung von "Periode" gibt es im niederländischen in diesem Zusammenhang übrigens nicht.
#9: Das lange Wort (seksueel overdraagbare aandoening) wird kaum benutzt, da man davon ausgehen muss dass jeder Niederländer weiß, was eine SOA ist.

Übrigens werden (fast) alle Namenswörter im Niederländischen klein geschrieben!

Quelle: J. M. Hahn: Checkliste Innere Medizin, 2. Auflage (1998), Georg Thieme Verlag

Zurück zur Übersicht
Schlagworte

Mehr zum Thema

Lernhilfe: Sprachtabelle Deutsch - Ukrainisch

Linkliste: Linknavigator Anamnesegruppen

Übersicht: Die Patientenaufnahme